en Admihistrateuren der Fidei-Commissaire-Goederen, met 'er dood ontruymt en nagelaatem door wylen Pierre
Boyer, en van de voornoemde Ephraim Coman Scherpingh , in qualiteyt als by de besloote Testamentaire
dispositie door voorpoemde PierreBoyer op den dertighsten Maart seeventien honderd aght en veertigh
der Stad Amsterdam, als in Huwelijk hebbende Madeline Bordier, eerder Weduwe van wylen voornoemden Pierre
Boyer, lmpetrant in het voorlchreeve cas ter andere zyde.
DE conclusie van antwoord van Cornelis Thierry de Bye, als Procureur van Samuel van Heyst en Leonard van der B ets, in qualiteyt als door Ephraim Conmians Scherpingh, Geassumeerde en Gesurrogeerde Meede-Executeuren en Admihistrateuren der Fidei-Commissaire-Goederen, met 'er dood ontruymt en nagelaatem door wylen Pierre Boyer, en van de voornoemde Ephraim Coman Scherpingh , in qualiteyt als by de besloote Testamentaire dispositie door voorpoemde Pierre Boyer op den dertighsten Maart seeventien honderd aght en veertigh tot Suriname gepasseert, aangestelden Executeur, Vooght en Beheerder der voornoemde Goederen, Gedaaghdens by Mandament van revisie ter eenre, op en jeegens Mr. Jacobus Augustinus van Son, Advocaat voor den Gereghte der Stad Amsterdam, als in Huwelijk hebbende Madeline Bordier, eerder Weduwe van wylen voornoemden Pierre Boyer, lmpetrant in het voorlchreeve cas ter andere zyde. IS na voorgaande deliberatie goedgevonden en verstaan, dat gesteld sal worden in handen van Parthyen, om daar op te repliceeren, binnen veertien daagen na insinuatie deeses.
Archives Nationale / Archives Hollande du Sud, numéro d'archive 1.01.02, Inventaris van het archief van de Staten-Generaal, (1431) 1576-1796, numéro d'inventaire 3816, Gedrukte registers van de ordinaris resoluties, 1761
naar sigt betaalt deese mijne Eer¬
ste Wisselbrieff (de tweede & derde onvoldaan
zinde) aan De Heer Pierre
Boyer off ordr
de somma van Twee hondert guldens en
stuyvers Courent gelt dewwarde alhier gen
tten van
Suriname den 16 septemb 1748 voor ƒ 200 Court. ret ses Weeken naar sigt betaalt deese mijne Eer¬ ste Wisselbrieff (de tweede & derde onvoldaan zinde) aan De Heer Pierre Boyer off ordr de somma van Twee hondert guldens en stuyvers Courent gelt dewwarde alhier gen tten van deselve en stelt op Reekening sonder verder advijs van UEDWdienank Min Heer Daniel Wiltens De Heer Dengeman Broen Coopman Amsterdam in derso Betaelt aan de Heer Hendk. ten Broeker Junior off ordre de waarde alhier van Ge¬ pert Israel genooten Surinam den 17 sep tember 1748 Boyer
Amsterdam City Archives, numéro d'archive 5075, Archief van de Notarissen ter Standplaats Amsterdam, numéro d'inventaire 10379, DANIEL VAN DEN BRINK, Minuutacten, 1746 Februari
weeken naar sigt betaald deese mine eerste
wisselbrieff (de tweede & derde onvold aan sijnde
aan de heer Pierre
Boyer off ordere de somma
van twee hondert guldens en stuijvers Courant
gelt de waarde alhier genooten
No. 36 U Suriname den 16 September 1748 voor 200 Court. gelt Ses weeken naar sigt betaald deese mine eerste wisselbrieff (de tweede & derde onvold aan sijnde aan de heer Pierre Boyer off ordere de somma van twee hondert guldens en stuijvers Courant gelt de waarde alhier genooten van den selve steld op Reekening sonder verder advis van UEdW Dienaar Myn heer Daniel Wiltens De Heerdin geman broeu Coopman Amsterdam in dorso betaelt aan de heer hendrik ten broeke Junior off ordre de waarde alhier van Gompertsra als genooten Surinamme den 17 septembr. 1747 Boijer
Amsterdam City Archives, numéro d'archive 5075, Archief van de Notarissen ter Standplaats Amsterdam, numéro d'inventaire 10378, DANIEL VAN DEN BRINK, Minuutacten, 1746 Januari
1748 voor ƒ357„ 10 Court. gelt
Zes weeken naar sigt betaald deese myne Eerste Wisselbrieff
aan de Heer Pierre
boyer ontfanger derEd: societyt Hooftgeld
off ordre Eene somma van drie hondert Leeven en Vyfftig Gulds
340 uriname den 31 May 1748 voor ƒ357„ 10 Court. gelt Zes weeken naar sigt betaald deese myne Eerste Wisselbrieff aan de Heer Pierre boyer ontfanger derEd: societyt Hooftgeld off ordre Eene somma van drie hondert Leeven en Vyfftig Gulds. f:C:A en tien stuyvers Courant gelt dewaarde alhier genoten van denselven in vervallen hooftgeld en stelt op reekening van mij ondergeschreeven sonder verder advis van Myn Heer D Heer Grillaume Martin UEdW Dienaar Hoorman & Amsterdam Jean Martin =indorso voor mijn aan de Heer Jean Coudere off ordre de waarde genoten van de Heer Pierre desmalures Junior Sur: 4 8o. 1740 P Boyer ontfanger
Amsterdam City Archives, numéro d'archive 5075, Archief van de Notarissen ter Standplaats Amsterdam, numéro d'inventaire 10424, DANIEL VAN DEN BRINK, Minuutacten, 1750 Februari
1749 voor ƒ 357„10 Court gelt
ses weeken naar sigt betaalt deese mijne eerste
wisselbrief aan de Heer Pierre
Boyer ontfangen
der Ed: societijt Hooft gelden of ordre Eene somma
van drie Hondert seven en vijftig
24 Suriname den 31 May 1749 voor ƒ 357„10 Court gelt ses weeken naar sigt betaalt deese mijne eerste wisselbrief aan de Heer Pierre Boyer ontfangen der Ed: societijt Hooft gelden of ordre Eene somma van drie Hondert seven en vijftig guldens en thien stuyvers Courant gelt de waarde alhier genooten van denselve in vervalle hooftgelden steldt op reekening van mij ondergeschreven sonder verder advis van UEDWDienaer Mijn Heer Jean Martin De Heer Guillaume Martin Coopman Amsterdam = indorso Voor mijn aan de Heer Jean Couderc of ordre de waarde genoten van de Heer Pierre De Sma Zures Junior sur: 4 8ber. 1749 P Boyer ontfanger
Amsterdam City Archives, numéro d'archive 5075, Archief van de Notarissen ter Standplaats Amsterdam, numéro d'inventaire 10423, DANIEL VAN DEN BRINK, Minuutacten, 1750 Januari
Sonqq off ordre, de waarde genooten in de laet
ste Termijn der twee huijsen en Erven van wylen de hee
Pierre
Boyer niet langer aanspraakelijk,
als anderhalff Jaar en in cas van Protest van
Non Betaaling, addresse
Suriname den 22. Juny 1758 Voor ƒ 1000 Court gelt Ses weeken naar sigt betaalt deeze mijne wissel-brief aan monsr. Thomas Romberg of ordre de somma van Een duysent gul¬ denseen stuijvers Courant gelt de waar de alhier genooten van denselven, stelt op Reekening van min ondergesz: sonder verder advis van UEDWDienaar Myn Heeren W: Brouwer De Heeren J: & T: van MarselisTot Amsterdam indorso = Voor mijn betaald aan den Heer Barend de Loeff Boekhouder van het Comptoir der vendul offte Ordere, de waarde genoten Paramaribo den 4e. Julij Ao. 1758 Tomberg Voor mij betaald aan de heeren E:C. Scherpingh qq & J.L: van Sonqq off ordre, de waarde genooten in de laet ste Termijn der twee huijsen en Erven van wylen de hee Pierre Boyer niet langer aanspraakelijk, als anderhalff Jaar en in cas van Protest van Non Betaaling, addresse bi de heeren Thomas en Adrian Hope Paramaribo den 6 Julij 1758 BD. Loeff Bockho Voor ons geleeve te betaelen aan den WelEdelen heer & Mr. Jacobus Augustinus van Son tot Amster¬ dam of aan syn welEdelens ordere dewaarde met syn wel Edelens in onse qualiteijt in Reekeningh Paramaribo den 8ste. Julij Ao. 1758 ELomans Scherping J.Bvanson
Amsterdam City Archives, numéro d'archive 5075, Archief van de Notarissen ter Standplaats Amsterdam, numéro d'inventaire 10500, DANIEL VAN DEN BRINK, Minuutacten, 1759 Maart
Advocaat, woonende te Amsterdam, als in Huwelijck hebbende Magdalaine Bordier, eerder Weduwe van wylen Pierre
Boyer, houdende, dat den Suppliant genoodsaackt was proces te sustineeren voor haar Hoogh Mogende, als
IS ter Vergaderinge geleesen de Requeste van Mr. Jaocbus Augustinus vun Son, Advocaat, woonende te Amsterdam, als in Huwelijck hebbende Magdalaine Bordier, eerder Weduwe van wylen Pierre Boyer, houdende, dat den Suppliant genoodsaackt was proces te sustineeren voor haar Hoogh Mogende, als Impetrant van Mandament van tevisie, en Requirant van Requeste civile, met committimus aan haar Hoogh Mogende ter eenre, op ende jeegens Ephraim Comans Scherping en Compagnie, Gedaaghdens en Gerequireerdens in het voorschreeve respective cas ter andere zyde. Dat in de voorschrceve saacke soo verre was geprocedeert, dat daar inne door den Supphant op den vyf en twintighsten November laatstleeden zynde gedient van sijnen eysch en conclusie, by Appoinctement van haar Hoogh Mogende was gesteld in handen van Parthyen, om daar op te antwoorden binnen drie weecken na insinuatie, dat deselve conclusie den seeven en twintighsten daar aan volgende door de Kamerbewaarder van haar Hoogh Mogende zaan den Procureur van de Gedaag hdens behoorlijck zyndt geinsinueert, sy egnter tot nogh toe waaren gebleeven in gebreecken om te ant woorden ; versoeckende den Sup pliant derhalven haar Hoogh Mogende Ap poinctement, waal by Parthyen worden gelast, alsnogh binnen diie weecken te antwoorden, opn poene van vertsleceq. WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, dat Parthye by Appoinctement sullen worden gelast, alsnog te antwoorden binnen drie weecken, na insinuatie deefes, op poene van versteeq.
Archives Nationale / Archives Hollande du Sud, numéro d'archive 1.01.02, Inventaris van het archief van de Staten-Generaal, (1431) 1576-1796, numéro d'inventaire 3816, Gedrukte registers van de ordinaris resoluties, 1761
PierreBoyer ontfang
der Ed: Jonelikte hooftgelden of ordre ke
somma van twee hondert seeven gulden
en
Voor mij betaald aan de Heer Jacob Pruy off ordre de waarde in teek: vissingen den 6 aug: 1748 Jacob Clijver Leem Bongan Jan Hendk kogt De Heer Executeurs van 't Testament v wijlen Paulus Sephanus van Meel Werd en vriendelyk verzogt, om aan den Ondergeschreeve Notaris h schriftelyk antwoord aan den voet deeses te laaten toekoomen op het Protes vannom belalinge geen dezelve Notaris in den naam van de Hr. Jacob Fruit ordre heeft teegens OEd. by weg dering van betaalinge te doen van de byzaande Wissen vrieff 55000 ƒ 207-10 den 1 augs. 1758 in Surinamen d00r Mossch Naar 1en UEs lasten getrokken te betaalen op t weeken sigt aan de ordre van Pierre Boijer En zal UEd, zodanig Prote¬ voor behoorlyk gedaan houdende, daar mede verpligten Amsterdam den 10 Septbr. 1748 dam redere bij de nanacentatie E:D. W. Dienaart vermelt sal de boverstaande wiselariet niet werden betaalt DElls A van Mel permijnbroeder Joan H vanmalqq te vinden en te verhaalen, daar en zo men na Style en Ganco van wissel zal vermeenen te behooren. Aldus gedaan binnen de voorsz. Stad Amsteldam ter presentie van Leun Bongar & Jan Hendk. Fogh als etuie volot Copie der gemelde Wiselbace Surinamen 7. Augs. 1747 voor ƒ 207„10 Court. geld ses weeken na sigt betaald deese myn eerste wisselbrieff aan de Hr. Pierre Boyer ontfang der Ed: Jonelikte hooftgelden of ordre ke somma van twee hondert seeven gulden en tien stuyvers Courant geld de waarde alhier genieten van deselve in betalingh der hooft gelde en Helt op reekening sonder verder advis van UED WDienaar mossch Naar EDe. Heer De Heer Paulus Stephanus van t amsterdam Voor mij betaald aan de Hr. and Mauritius vendumt off ordre dwaarde genoten Boyer ontfan door mij betaald aan de Heer Jacob Clyver off ordre de waarde genoten zurnamen den 3 Jan 1748 a manrir Paraptie ne varietus e Ban Le 9 man La borde hussalde GBarels Nots.
Amsterdam City Archives, numéro d'archive 5075, Archief van de Notarissen ter Standplaats Amsterdam, numéro d'inventaire 8885, JAN BARELS DE JONGE, Minuutacten, 1748 juni 21-1748 October 5
Jacobus Augustinus van Son, nom. ux. van gedaghten was, dat geen verband op de Goederen door PierreBoyer
Jovis den 8 July 1756. PRAESIDE, Den Heere de Valcke. PRAESENTIBUS, De Heeren van Heeckeren tot den Brantzenborgh. Van Wassenaer, vander Dussen, Bruyningh, Suarles, Raadpensionaris Steyn. Mogge. d' Ablaing van Giessenburgb, Woertman. Van Aylva, van sirsma, Pairas. Sloet, van Suchtelen, Rouse, de Schepper. Sytzama van Bellingeweer.DE Resolutien gisteren genoomen , zyn geleesen en geresumeert, gelijck oock geresumeert en gearresteert zyn de Depesches daar uyt resulteerende.ONtfangen een Missive van het Collegie ter Admiraliteyt in Vriesland, geschreven te Harlingen den dertighsten lder voorleede maand, houdende, dat door het overlyden van Jan Kaps, in leeven Contrarolleur van de Convoyen en Licenten in de Bourtange, de voorschreeve functie was koomen te vaceeren; en 's Lands dienst vereyschte, dat daar toe wederom een ander bequaam Persoon wierde aangestelt, daar toe aan haar Hoogh Mogende voordraagende de Persoonen van Jan Willem Chatin, oud ses en twintigh jaaren, en Elie Chatin , oud twee en dertigh jaaren; versoeckende dat haar Hoogh Mogende een van deselve gelieven te eligeeren en aan te stellen tot Contrarolleur van de Convoyen en Licenten in de Bourtange voornoemt, en daar toe met de vereyschte Commissie te voorsien. VAMIIWAAEER op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, mits deesen te eligeeren den Persoon van Jan Willem Chatin voornoemt, tot Contrarolleur van de Convoyen en Licenten in de Bourtange, daar toe ten sijnen behoeve Commissie in behoorlijke forma sal werden gedepecheert, doende den eed daar toe staande.OP de Memorie van de Heeren vander Goes en Burmania Rengers, Gecommitteerden van den Raad van Staate langhs de Maaze; versoeckende dat haar Hoogh Mogende ten hunnen behoeve gelieven te doen depecheeren twee Pasporten, voor yeder hunner een, om yeder met een Koets met vier Paarden bespannen, beneevens de noodige Bagage, de Rivieren alomme te moogen passeeren en repasseeren, vry en sonder betaalinge van 's Lands gereghtigheyd. IS na voorgaande deliberatie goedgevonden en verstaan, dat ten behoeve van gemelde Heeren vander Goes en Burmania Rengers twee Pasporten in behoorlijcke forma sullen worden gedepecheert , voor yeder Heer een, om yeder met een Koets met vier Paarden bespannen, benevens de noodige Bagage, de Rivieren alomme te moogen passeeren en repasseeren, vry en sonder betaalinge van 's Lands gereghtigheyd.ONtfangen een Missive van den Raad van Braband, geschreeven alhier in den Hage den seevenden loopende maand, houdende, in gevolge en tot voldoeninge van haar Hoogh Mogende Resolutie van den dertighsten der voorleede maand, der selver consideratien en advis op een Missive van den Lieutenant Drosaard 's Lands van Valckenburgh , A. GC. van Panhuys, als meede op een Missive van den Lieutenant Vooght 's Lands van Valckenburgh, J. W. Heldevier, geschreeven te Maastright den derden en vyfden April deeses jaars, raackende het traineeren der proceduuren in het Land van Valkenburgh, Overmaaze. WAAR op gedelibereert zynde , is goedgevonden en verstaan, dat Copie van de voorschreeve Missive gesteld sal werden in handen van de Heeren van Heeckeren tot den Brant zenborgh, en andere haar Hoogh Mogende Gedeputeerden tot de saacken van de Landen van Overmaaze, om met en neevenseenige Heeren Gecommitreerden uyt den Raad van Staate, by haar E. selfs te nomineeren, te visiteeren, examineeren, en van alles alhier ter Vergaderinge rapport te doen.IS ter Vergaderinge geleesen de Requeste van verscheyde Kooplieden, Assuradeurs, Eygenaars en Interessanten van Scheepen, alle Onderdaanen van deesen Staat, houdende, dat, grondende op het Tractaat van Marine of Zeevaart subsisteerende tusschen sijne Majesteyt van Groot - Brittannien en haar Hoogh Mog. , te sien Art. 1, z en 8, haar Navigatie hadden getraght te exerceeren, dogh tot haare uyterste smerte en schaaden ondervonden, dat niettegenstaande die pleghtige verbintenisse, de Scheepen van hooghstgedaghte sijne Koninghlijke Majesteyt nu onlanghs by de opgekoomene differenten tusschen de Kroon van Groot Brittannien en die van Vranckryck, hadden onderstaan een groot getal Scheepen aan de Onderdaanen van deesen Staat toebehoorende , geweldiger hand te doen neemen, en in Haavens van Engeland te doem opbrengen, schoon deselve niet anders belaaden waaren dan met Goederen, volgens voorengemelde Tractaat ten volle gepermitteert, en dus sonder eenige contrabande Goederen aan Boord te hebben, en weder anderen in haare reysen te tardeeren, na haar meenighvuldige vexatien te hebben aangedaan; versoeckende de Supplianten om reedenen in de voorschreeve Requeste geallegeert, dat de Ingeseetenen van deesen Staat, door soodanige efficacieuse en bequaame middelen die haar Hoogh Mogende sullen dienstig oordeelen, gelieven te handhaaven by de vryheyd die de Onderdaanen van deesen Staat conform het voorengemelde Tractaat wettigh is competeerende, en dat haar Hoogh Mogende aan deselve gelieven te verleenen soodanige protectie, dat de Navigatie en Commercie deeser Landen buyten ruine gestelt, en dus niet de neeringhdoende Lieden haar winsteuyt de Nuvigatie en Commereie hebbende, verarmt, en Zeevaarende Lieden na andere Landen gediverteert, en 's Lands inkoomen merckelijck vermindert werd. WAAR op gedelibereert zynde , hebben de Heeren Gedeputeerden van de Provincien van Holland en Westvriesland, van Zeeland en yvan Vriesland de voorschreeve Requeste copielijck overgenoomen , om in dem haaren breeder gecommuniceert te werden. En is dien onvermindert goedgevonden en verstaan, dat Copie van de voorschreeve Requeste gestelt sal werden in handen van de Heeren van Heeckeren tot den Brantzenborgh, en andere haar Hoogh Mogende Gedeputeerden tot de saaken van de Zee, om te visiteeren, examineeren, en van alles alhier ter Vergaderinge rapport te doen.BY resumtie gedelibereert zynde op drie Missiven van den Heere van Wassenaer, haar Hoogh Mogende Ambassadeur aan het Hof van Spagne, met de daar neevens gevoeghde Bylaagen, ter Vergaderinge ingekoomen den vier en twintignsten en een en dertighsten October seeventien honderd vyf en vyftigh, betreffende het door het overlyden van den Gonsul Gasper Vernet vacant gevallen Consulaat tot Alicanten, mitsgaders de suppletie van dien, de versoecken van dien van diversche Persoonen aan hem gedaan om daar meede te worden gebeneficeert, als meede desselfs consideratien daar over, en het geen door hem Heer Ambassadeur daar inne provisioneelijck was verright, en wyders nogh de resp ctive Missivens en Requeste van Davij Kreps, Jean Barthelemi Welther, en Jacob Selon, met de daar neevens gevoeghde Bylaagen en Declaratoiren van verscheyde Koopluyden, gemelde Persoonen recommandeerende , successivelijck ingekoomen den seeventienden October, derden, vierden en seeventienden November seeventien honderd vyf en vyftigh l en daar beneevens in aghtingh genoomen zynde, aan de eene kant, de ingekoome favorable intormatien en recommandatien noopens de bequaamheyd en verdere goede qualiteyten van de Persoon van voornoemde Jean Barthelemi Welrther, (als dewelcke reeds by het leeven van destelfs Swaager den Consul Vernet het voorschreeve Consulaat in qualiteyt als Vice- Consul heeft waargenoomen en gemanieert) en aan de andere kant, dat tusschen wylen den gemelden Consul Vernet en verscheyde Hollandsche Schippers te meermaalen over het genot der ConsulaatReghten tot ondienst van de Commercie verschillen en differenten gereesen, en selfs aan haar Hoogh Mogende diversche klaghten zyn ingebraght geweest, dewelcke in het vervolgh behooren te werden geprevenieert, als meede dat gemelde Schippers sigh dickwils seer geembarasseert vinden, ter saacke dat de Vice-Consuls in de Koninghrycken van Valencia en Murcia nietwes van de Hollandsche of Nederduytsche Taal verstaan, en sy daar door van der selver assistentie en expeditie na behooren niet konnen profiteeren. 15 goedgevonden en verstaan, dat aan gemelde Heere Ambassadeur van Wassenaer sal werden gerescribeert, dat haar Hoogh Mogende met aangenaamheyd hebben vernoomen, en gesien de consideratien in desselfs Missivens over de suppletie van het gemelde Consulaat vervat, als meede de provisioneele ordre daar omtrent by hem gesteld, en dat haar Hoogh Mogende, approbeerende de verrightingen en devoiren by hem aangewend tot sluytinge van het zeene door den Heere Marquis d'Alos, als Gouverneur van de Zeehaven van Alicanten, noopens de pro interims aanstellingh en qualificatie van den Persoon van Duvid Kreps, in prejuditie van het reght van haar Hoogh Mogende is ondernoomen. Daut voorts de Persoon van Barthelemi Welther, als hebbende geobtineert Brieven van naturalisatie in ordinaria forma, soodanigh als die aan wylen den Consul Vernet, als meede aan den geweesen Consul Jan Willem Nagel tot Mallaga, en aan den nogh actueelen Consul Louis Roguin te Barcelona sijn verleent geworden, en dus als een Onderdaan van de Provincie van Holland en Westvriesland te considereeren zynde , sal werden aangesteld tot haar Hoogh Mogende Consul van de Koninghrycken van Valencia en Murcia tot Alicanten, daar toe ten sijnen behoeve Commissie in behoorlijke forma sal werden gedepecheert, mits doende den eed daar toe staande , het sy in Persoon, het sy door desselss Gemaghtighde daar toe behoorlijck gequalificeert, met ordre, dat hy in de bedieningh en waarneemingh van het selve Consulaat sigh preciselijck sal reguleeren en gedraagen na haar Hoogh Mogende Resolutie en Reglement ten regarde van de Confuls te Alicanten, Barcelona en in de Corunna op den vier en twintighsten July sestien honderd aght en vyftigh genoomen en gearresteert, en by het veertiende Articul van haar Hoogh Mogende nader Reglement van den neegentienden Augusty seeventien honderd seeven en dertigh geconfirmeert;, en wyders dat tot voorkooming van alle differentem en disputen in het vervolgh noopens de betaalingh van het Consulaatreght, hy Consul voortaan sigh sal te vreeden moeten houden met te genieten voor Consulaatreght van yeder Schip, vyf stucken van aghten nieuwe Munt, in plaatse van oude Munt. Dat voorts de Schippers, wanneer sy koomen ter Plaatse van de residentie van hem Consul, aan hem sullen moeten betaalen het voorschreeve volle Consulaatreghevan vyf stucken van aghten nieuwe Munt; dogh dat de gemelde Schippers invallende in de Havens van andere Plaatsen, onder het Ressort van desselis Consulaat geleegen, deselve niet gehouden sullen zyn, aan hem Consul meer te voldoen als de helfte van het gemelde Consulaatreght, en wanneer de Schippers alleen koomen in te vallen om Waater te haalen, deselve geen het minste Consulaatreght sullen verschuldight zyn; en eyndelijck, dat hy Consul by het aanstellen van Vice- Consuls soo veel doenlijck sal in aght neemen, dat hy daar toe verkiest en employeert soodanige Persoonen, dewelcke ten minsten een weynigh Hollands verstaan, en in staat zyn om met de Schippers, die hunne assistentie of goede officien sullen versoecken, te konnen spreeken, en deselve te reght helpen. En sal Extract van deese haar Hoogh Mogende Resolutie gesonden werden aan den gemelden Heere Ambussa leur van Wassenaer, tot desselfs informatie, als meede aan de Directeuren van den Levantschen Handel en Navigatie in de Midd. landsche Zee, om te strecken tot der selver narigntinge.BY resumtie gedelibereert zvnde op twee Missiven van den Consul Hofman, geschreeven te Tripoli den neegenden Mey, en ter Vergaderinge inge koomen den neegenden Juny laatstleeden, houdende, dat niettegenstaande alle sijne aangewende devoiren om te detourneeren de besendingh van Aly Effendi na den Hage, hy het geluck niel hadde gehad in die saack te slaagen ; hebbende den Dey goedgevonden sijn gegeeven woord te retracteren, en zynde gemelde Aly Effendi oock reeds werckelijck vertrocken na Livorno, met intentie eghter, om eerst de Commissie aan het Hof van Weenen af te leggen; en houdende wyders de motiven, welcke hem Consul hadden bewoogen , om, niettegenstaande haar Hoogh Mogende Resolutie op dat subject genoomen, op die saack niet verder te presseeren; als meede op een Missive van den Consul Bouwer, geschreeven te Livorno den aght en twintighsten Mey, en ter Vergaderinge ingekoomen den neegenden Juny laatstleeden , houdende advertentie van de aankomst van Aly Effendi te Livorno, en dat deselve meedegebraght had een Paard, gedestineert tot een regaall voor haar Hoogh Mogende, het welck niet wist of best soude doen van na Weenen meede te neemen, dan wel direct na Holland te versenden; geevende gemelde Consul in bedenckingh, of haar Hoogh Mogende hem daar omtrent ooek met der selver ordre gelieven te vereeren; mitsgaders nogh op een Missive van gemelde Consul Bouwer van den vierden, en ter Vergaderinge ingekoomen den isestienden der voorleede maand, houdende, dat hy seedert sijn voorgaande den Heer Aly Effendi hebbende weesen complimenteeren, deselve hem versogtit had aan haar Hoogh Mogende te schiyven, dat hem van sijn Heer en Meester den Pacha een Paard was meedegegeeven, om aan sijn Hooghvorstelijcke Doorlught gheyd den H ere Prince van Orange en Nassau, &c. &c. &c. te presenteeren, en het geen hy na het eyndigen der quarantaine aan hem Consul stond te doen ove leeveren, op dat het met een of ander 's Lands Oorloghschip soude kunnen werden versonden. 18 goedgevonden en verstaan, dat aangesien volgens de laatst ingekoome Missives van den Consul Hofman, den Pacha absolur geresolveert is, om aan verscheyde Hoven van Europa, en ook aan deesen Staat, cen besendingh te doen, en dat den daar toe gedespicieerden Heer All Coggia Effendi is vertrocken na Livorno, alwaar deselve reeds den ses en twintighsten Mey deeses jaars is gearriveert, dus dat tegenwoordigh geen nadere proeve met eenige apparentie van succes kan werden genoomen, of door het spendeeren van een meerdere somme Gelds, als by haar Hoogh Mogende Resolutie van den tienden November des voorleeden jaars is vastgesteld, deese Ambassade soude konnen werden gedetourneert, derhalven aam gemelde Consul Hofman sal werden gerescribeert, dat haar Hoogh Mogende desselfs conduites en directie in de behandelingh van het werck der Ambassade van Aly Coggia Effendi, approbeeren, en dat deselve siende de inclinatie van den Pacha, om deesen Staat op nieuws met deese Ambassade te honoreeren, en de weynige apparentie om deselve tegenwoordigh te doen afkeeren, niet goedvinden, dat hy daar toe nu eenige spendatien sal hazardeeren, om dewyl deese met geen volkoomen gerustheyd schynen te kunnen geëmployeert werden, en dat het derhalven best geraaden voorkomt, de komst van gemelde Heer af te waghten , dat haar Hoogh Mogende ondertusschen hem Consul gelasten, dat hy by bequaame geleegentheyd den Pacha met een compliment, na de smaak van het Land geschickr, sal betuygen haar Hoogh Mogende begeerte om de vriendschap met den selve te onderhouden, en aan den selven alle bewysen vin goedwilligheyd en confidentie te doen geeven, en dat hy Consul voorts, als sulcks te passe kan werden gebraght, en by hem niet aanttootelijck geoordeeld sal werden , daar by sal voegen, dat den Persoon van gemelden Hrer Aly Coggia Effenui aan huar Hoogh Mogende wel aangenaam sal weesen, dogh dat haar Hoogh Mogende den selven gaarne souden hebben geëexcuseert van de fatigues van soon een difficile reyse, en door het canaal van heun Consul seer hightelijck hadden kunnen werden geinformeert van de begeente van sijne Excellentie, waar aan haat Hoog Mogende met veel genoegen souden hebben naghten te voldoen, dewyl deselee niets anders verwaghten , als dat sijne Excellentie van haar Hoogh Mogende geen vergingh soude willen doen, welcke hier onaangenaam soude kunnen weesen. En dat wyders, raackende het transport van het voorschreeve Paard, haare Koninghlijcke Hoogheyd sal werden versoght, soo als versoght werd mits deesen, daar omtrent soodamgh te disponeeren, als hoogstgedaghte haare Koninghiiicke Hoogheyd het sal goedvinden, en van hooghstdesselfs dispositie by aanschryvingh kennis te laaten geeven aan den Conlul Bouwer te Livorno.IS gehoort het rapport van de Heeren wan Heeckeren tot den Brant zenborgb, en andere haar Hoogh Mogende Gedeputeerden tot de saacken van de Zee, hebbende, in gevolge en tot voldoeninge van der lelver Resolutie commissoriaal van den vier en twintighsten Mey laatstleeden, geexamineert een Resolutie van de Heeren Staaten van de Provincie van Holland en Westvriestland, genoomen op een Missivevan den Consul Renard, geschreeven te Gadix den twintighsten January, en ter Vergaderinge ingekoomen den sestienden Februaty laatttleeden, houdende antwoord op haar Hoogh Mogende Resolutie van den elfden Decimber van het voorleeden jaar, waar by haar Hoogh Mogende hem der selver ongenoegen hebben betoont over verscheyde onbehoorlijcke raisonnementen en expressien in sijne voorige Missives, raakende het protegeeren van de Commercie en Navigatie van den Staat tegens de Algerynen, vervat, breeder in de Notulen van den vier en twintighsten Mey laatstleeden geinsereert. WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden. en verstaan, dat aan den Heere van Wassenaer, haar Hoogh Mogende Ambassadeur aan het Hof van Spagne, sal werden aangeschreeven, dat hy aan den Consul Renard sal insinueeren, dat hy Consul wel sal doenom op eeh fatsoenelijcke wyse sijne dimissie als Consul van haar Hoogh Mogende te vraagen, en den selve daar beheevens kenmisse geeven, dat haar Hoogh Mogende niet ongeneegen sullen gevonden worden, om aan hem een goed gedeelte van de emolumenten van het Consulaat sijn leeven langh geduurende te laaten behouden , en aan hem de permissie te geeven, om sigh elders onder het Gebied van deesen Staat te moogen retireeren.DE Heeren van Heeckeren tot den Brantzenborghb, en andere haar Hoogh Mog. Gedeputeerden tot de saaken val de Meyelye van 's Hertogenbosch, in gevolge en tot voldoeninge van haar Hoogh Mog. Resolutie commissoriaal van den een en dertighisten Mey seeventien honderd vier en vyftigh, geëxamineert hebbende een Missive van den Raad van Braband , geschreeven alhier in den Hage den nheegen en twintighsten Mey daar te vooren, houdende , in gevolge en tot voldoeninge van haar Hoogh Mogende Resolutie van den twintighsten der selver maand, der selver beright op de Requeste van Stadhouder en Mannen van Leen van den Leenhove van Cranendonck; versoeckende in haare qualiteyt om reedenen in de voorschreeve Requeste geallegeert, dat haar Hoogh Mogende gelieven te stellen buyten effect seeker Mandament van arrest en Daghcetle by gemelde Raad van Braband op den vierden April seeventien honderd vier en vyftigh verleent aan den Baren van Bierens ; qq. tegens Maria Anna de Bref, Douariere van Jodocus Balthazar van Grootenhuysen, als Erfgenaam van Adriana Geertruyda de Vriese tot den Weesenbergh, mitsgaders Petrus van Orten, Executeur van haar Teslament,) hebben ter Vergaderinge gerapporteert, dat by het examineeren van de vonrschreeve Missive aan haar waaren voorgekoomen eenige consideratien over het verschil in questie, die sy vermeendem refl ctie te meniteeren, en waar op sy van gevoelen souden zyn, dat Heeren Gecommitteerden uyt de Raad van Braband behoorden te werden gehoort, alvoorens dat haar Hoogh Mogende in deesen ietwes finalijck resolveerden; en hebben de Heerem Gedeputeerden de voorschreeve consideras tien, soo als die in scriptis vervat zyn , daar neevens geexhibeert. DM WAAR op gedelibereert zynde , is goedgevondem en verstaan, dat Copie van de voorschreeve Consideratien gestelt sal werden in handem van welgemelde Heeren van Heeckeren tot den Brantzenborgh, en andere haar Hoogh Mogende Gedeputeerden tot de saacken van de Meyerye van 's Hertogenbosch, om te visiteren, examineeren, daar op te hooren eenige Heeren Gecommitteerden uyt den Raad van Braband, en van alles alhier ter Vergaderinge rapport te doen. En sal Copie van de voorsz Consideratien gesonden werden aan den Raad van Braband, om de Heeren der selver Gecommit teerden tegen het besogne daar over te houden met de Heeren haar Hoogh Mogende Gedeputeerden, daar op na behooren te instrueeren.IS ter Vergaderinge geleesen de Requestevan Burgermeesteren, Armmeesseren, OudPresidenten en Scheepenen respective, en verdere Inwoonderen der Heerlijckbeyd Beeck en Donck, Quartiere van Peeland, Meyerye van 's Hertogenbosch , versoeckende om reedenen in de voorschreeve Requeste geallegeert, dat haar Hoogh Mogende de jegenwoordige Regenten van Beeck en Donck gelieven te ordonneeren en te gelasten, tot lasten van de Gemeente om te slaan of te negotieeren, soo veel Penningen als noodigh souden moogen zyn tot betaalingevan het restant van de pretensien van 's Lands Advocaat van Breugel, met de reeds daar op gemaackte kosten. bookgor HDWXAR op gedelibereert zynde , is goedgevonden en verstaan, dat Copie van de voorschreeve Requeste gesonden sal werden aan den Raad van Staate, om der selver advis daar op aan haar Hoogh Mogende te laaten toekoomen.185 ter Vergaderinge geleesen de Requeste van Ephraim Comans Scherpingh, in qualiteyt als by Testament van Pierre Boyer, in sijn leeven Ont fanger der Societeyts Hoofdgelden in de Colonie van Suriname , in dato den dertighsten Maart seeventien honderd aght en veertigh aan Paramaribo in beslooteme forma opgereght, waar van de Acte van superscriptie op den dertighsten Maart seeventien honderd aght en veertigh en de Acte van openingh op den een en twintighsten Augusty seeventien honderd vyftigh , beyde ten overstaan van Jan Christoffel Wilfort, geswoore Clercq ter Seeretarye van Suriname, Rivieren en Districten van dien, en Getuygen van Paramaribo voornoemt waaren gepasseert, met en beneevens sijne Huysvrouwe Magdalena Bordier, en nu wylen W. Francs. Desinill, nangesteld tot Executeuren van sijn Testament, Beheerders en Administrateurs sijner nagelaatene Goederen, mitsgaders Johannes Leonardus van Son, als Procuratie hebbende van voornoemde Magdalena Bordier, thans Huysvrouwe van Mir. Jacobus Augustinus van Son, woonende te Amsterdam, en welcke Magdalena Bordier, door haar eerderen Man de voornoemde Pierre Boyer by voorschreeve Testamentaire Dispositie was aangesteld geworden tot Curateur van sijn voorschreeve Testament en Beheerster en Administratrice sijner Goederen voornoemt, houdende, dat de voornoemee Pierre Boyer, by sijne gemelde laatste en uytersteWille, na weghmaackinge van seeckere Legaaten, tot sijne eenige universeele Etfgenaam, in voege als by deselve Testamentaire Dispositie stond uytgedruckt, gesteld hebbende sijn voorschreeve Huysvrouwe, (eghter onder de conditie) dat indien gemelde Magdalena Bordier, sonder wettige Descendenten na te laaten, moght komen te overlyen, sijne nagelaatene Goederen souden erven en versterven op de Suster van gemelde Magdalena Bordier, Maria Bordier, Huysvrouwe van Guillme. Pels, woonaghtigh te Amfterdam, en by overlyden der selve op de andere Suster Suzanna Bordier, Huysvrouwe van Francois Tardieu, woonaghtigh te Geneve, en by haar vooroverlyden, haare wettige Kinderen ) vervolgens in den jaare seeventien honderd vyftigh was koomen te overlyden. Dat de voornoemde Pierre Boyer op sijn overlyden importante sommen van Penningen aan onderscheydene Persoonen verschuldight geweest was, welcke, als oock de door Pierre Boyer besproockene Legaaten, naderhand door Mr. Jacobus Augustinus van Son, met opgemelde Weduwe getrouwt zynde, betaald waaren geworden. Dat onder anderen, onder de nagelaatene Goederen van gemelde Pierre Boyer, waaren bevonden twee Huysen en hunne Erven, staande en geleegen aan Paramaribo, naast den andere in de Keyserstraat, welcke door gemelde Pierre Boyer, staande sijn huwelijck met voornoemde Magdalena Bordier, waaren aangekoght geworden. Dat hoe seer den eerstgemelden Suppliant in sijne qualiteyt vermeende, dat in tyd en wylen met het overlyden van gemelde Magdalena Bordier , sonder Kinderen, soude konnen gesustineert worden, dat eenigh cayus fideicuymmis soude konnen geopent worden, en ofschoon de gemelde Magdalena Bordier, of wel de voornoemde Mr. Jacobus Augustinus van Son, nom. ux. van gedaghten was, dat geen verband op de Goederen door Pierre Boyer nagelaaten, geleght geworden was, de Supplianten in hunne respective qualiteyteneghter met den anderen daar inne volkoomen d'accord waaren, dat de schulden door Pierre Boyer nagelaaten, en door Jacobus Augustinus van Son nom, ux, betaald, verre surmonteerden de waarde der voorschreeve twee Huysen, die bouwvalligh waaren, jaarlijcks veel onderhoud noodigh hadden, en geen revenuen opbraghten, dienden te worden verkoght; versoeckende de Supplianten derhalven haar Hoogh Mogende Appoinctement , waar by de Supplianten in hunne qualiteyt, buyten prejuditie van een iegelijck, haar voorgemelde sustenuen, over gemelde fideicommis , voor soo veel des noods, worden gequalificeerrt, omme de voorschreeve twee Huylen, als vry en buyten eenigh verband, publicq of uyt de hand te mongen verkoopen, deselve aan den Kooper of Koopers, vry en onbelast, na styl locaal te transporteeren, de Penningen daar van te provenieeren, te employeeren tot betaalinge of restitutie der betaalde schulden en Legaaten, of soo als haar Hoog Mogende ten beste der voorsz Boedel sullen vermeenen te behooren. WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, dat de voorschreeve Requeste en Bylaage gestelt sal werden in handen van 's Lands Advocaaten, om der selver advis daar op aan haar Hoogh Mogende te naten toekoomen.
Archives Nationale / Archives Hollande du Sud, numéro d'archive 1.01.02, Inventaris van het archief van de Staten-Generaal, (1431) 1576-1796, numéro d'inventaire 3811, Gedrukte registers van de ordinaris resoluties, 1756
Advocaat, woonende te Amsterdam, als in Huwelyck hebbende Magdaleine Bordier, eerder Weduwe van wylen Pierre
Boyer, houdende, dat den Suppliant genoodsaackt was proces te sustineeren voor haar Hoogh Mogende, als
18 ter Vergaderinge geleesen de Requeste van Mr. Jacobus Augustinus van Son, Advocaat, woonende te Amsterdam, als in Huwelyck hebbende Magdaleine Bordier, eerder Weduwe van wylen Pierre Boyer, houdende, dat den Suppliant genoodsaackt was proces te sustineeren voor haar Hoogh Mogende, als Impetrant van Mandament van revisie, en Requirant van Requeste civile, met committimus aan haar Hoogh Mogende, ter eenre, op ende jeegens Ephraim Comans Scherping en Compagnie, Gedaagbdens on Gerequireerdens dn het voorschreeve respective cas ter andere zyde; in welcke saacke soo verre was geprocedeert, dat daar inne door den Suppliant op den een en twintighsten November seeventien honderd een en sestigh zynde gedient van sijnen eysch en conclusie, deselve eysch en conclusie by Appoinctement van haar Hoogh Mogende was gesteld in handen van Parthyen, om daar op te ant woorden Binnen drie weecken na insinuatie. Dat deselve conclusie den seeven en twintighsten daar aan volgende door den Kaamerbewaarder van haar Hoogh Mogende aan den Procureur van de Gedaaghdens behoorlyck zynde geinsinueert , sy eghter tot nogh toe waaren gebleven in gebreecken om te antwoorden. Dat den Suppliantvervolgens sigh by Requeste den neegen en twintighsten December laatstleeden aan haar Hoogh Mogende had geaddresseert en versoght , mitsgaders geobtineert Appoinctement, waar by Parthye waaren gelast alsnogh te antwoorden binnen drie weecken na insinuatie. Dat het voorschreeve Appoinctement den een en dertighsten daar aan volgende door de Kaamerbewaarder vars haar Hoogh Mogende aan den Procureur van de Gedaaghdens insgelycks behoorlyck zynde geinsinueert, deselve eghter tot nog toe daar van was gebleeven in gebreecken. Dat de tyd binnen welcke de Gedaaghdens het voorschteeve verstecq van antwoord hadden moeten purgeeren, bereyds was geëxpireert; versoeckende den Suppliant derhalven absolut verstecq van antwoord, en voor het profyt van dien te niet doeninge van de Sententie in questie, admissie om intendith over te leggen, mitsgaders een ander Mandament om het selve te sien verifieeren. WAAR op gedelibereert zynde , is goedgevonden en verstaan, dat Parthyen van het dienen van antwoord, sullen worden gehouden voor versteeken, en dat voor het profyt van dien sal worden te niet gedaan de Sententie in questie, den Suppliant geadmitteert om intendith over te leggen, en aan den selven verleent een ander Mandae ment om het selve te sien verifieeren, salvo purge, binnen drie weecken na insinuatie deeses.
Archives Nationale / Archives Hollande du Sud, numéro d'archive 1.01.02, Inventaris van het archief van de Staten-Generaal, (1431) 1576-1796, numéro d'inventaire 3817, Gedrukte registers van de ordinaris resoluties, 1762